|
||||||||
Johnny Rawls is een soulblueslegende met een fluweelzachte stem. In feite is de term 'soulblues' uitgevonden om zijn muziek te beschrijven. Zijn roots liggen in Mississippi en hij speelt al sinds de middelbare school als professioneel muzikant. Halverwege de jaren ’70 van de vorige eeuw werd Johnny de bandleider bij soulzanger O.V. Wright, met wie hij zou blijven spelen tot diens dood in 1980. Vanaf 1985 begon Rawls te touren onder zijn eigen naam en bracht sinds zijn debuutalbum 'Here We Go' in 1996 vele albums uit. Beïnvloed door de soul uit de jaren ’60 en na samengewerkt te hebben met O. V. Wright, James Carr en Z. Z. Hill, is Rawls steeds een moderne soul man gebleven. Rawls heeft een onmiskenbare eigen stijl binnen het soulblues genre. Zijn nummers zitten vol stevig klinkende pop-hooks en zijn omgeven door Stax-getinte blazers arrangementen die wondermooi combineren met zijn zoet klinkende soulstem, en is daarom een veel gevraagde artiest die steeds op tour is en hier in onze lage landen steeds voor uitverkochte zalen zorgde. Zoveel albums, toch zijn de live albums een zeldzaamheid in zijn 50 jarige carrière. In 2004 was er nog 'Live in Montana' en nu verscheen bij zijn label Continental Blue Heaven eindelijk terug een liveplaat. 'Live in Europe' is dan ook het 20ste album van deze internationaal erkende artiest, muziekproducent en songwriter die laat horen dat hij na zo vele jaren nog veel soul heeft. Rawls is geboren in Hattiesburg, Mississippi. Zijn blinde grootvader leerde hem de basis van gitaar spelen en op de middelbare school speelde hij ook sax en klarinet. Midden jaren ’70 was Rawls lid van de backing band van O.V. Wright (1939-1980), hij werd zijn muziek manager en ze werkten samen tot aan zijn dood. Hierna veranderde voor de volgende dertien jaren de naam van de band in Ace of Spades Band en werkten ze samen met o.a. B.B. King, Little Milton, Bobby Bland, Little Johnny Taylor en Blues Boy Willie. In de band speelde ook L.C. Luckett (gitaar), met wie Rawls de albums ‘Can't Sleep At Night’ (1994) en ‘Down to Earth’ (1995) onder de naam Rawls & Luckett uitbracht. In 1996 debuteerde Rawls solo bij het JSP Records label (John Stedman Promotions) met ‘Here We Go’ (1996). Rawls werkte als producer / arrangeur voor JSP. Verdere JSP releases zijn ‘Louisiana Woman’ (1997), ‘My Turn to Win’ (1999) en ‘Put Your Trust in Me’ (2001). Enkele jaren later richtte Rawls zelf zijn eigen Deep South Soul label op, maar bracht ook bij Catfood Records het album ‘No Boundaries’ (2005) uit. Zijn album ‘Heart & Soul’ (2006) werd genomineerd met een ‘Blues Music Award’ als ‘Best Soul Blues Album of the Year' en hij zelf werd genomineerd in de ‘West Coast Blues Hall of Fame’ als 'Best Vocalist'. Rawls kreeg net als Little Milton en Tyrone Davis in Hattiesburg een ‘Blues Trail Marker’ (een markeerpaal langs de Mississippi Blues route). Zijn album ‘Ace of Spades’ (2009), een tribute aan zijn mentor O. V. Wright, was zijn eerste album dat een Blues Music Award kreeg als 'Best Soul Blues Album of the Year'. ‘Memphis Still Got Soul’ (2011) werd in 2012 genomineerd als 'Blues Music Award Soul Album of the Year', de titel song als 'Song of the Year' . Rawls zelf als 'Male Soul Artist of the Year'. Op het album ‘Remembering O.V.’ was Otis Clay (1942-2016) 'special guest'. Het album werd in 2014 genomineerd als 'Soul Album of the Year' en Rawls opnieuw als 'Male Soul Artist of the Year' (zijn 11de en 12de Blues Music Awards nominaties!) Op Rawls’ nieuwe album 'Live in Europe', de opvolger van ‘Tiger In A Cage’ (2016), 'Waiting For The Train' (2017), 'I'm Still Around' (2018) en 'I Miss Otis Clay' (2019), staan 10 nummers, zeg maar memorabele songs, uit zijn succesvolle carrière, met als afsluiter 'I Miss Otis Clay', de titeltrack uit zijn laatste album, een hommage aan Otis Clay dat in één take werd opgenomen in de Heyman Studios in Kopenhagen, Denemarken in de maand maart van vorig jaar. Zoals trouwens ook alle andere songs die vroeger diezelfde maand werden opgenomen tijdens een live concert, dat plaatsvond in de beroemde Bischofsmühle in Hildesheim, Duitsland, behalve 'Stormy Monday', dat werd dan weer later opgenomen tijdens een concert in Vejle, Denemarken. Voor deze opnames koos Johnny Rawls één van vandaag 's werelds beste begeleidingsbands, The Özdemirs. Een Duits trio, bestaande uit Erkan op bas en zijn zonen Kenan op gitaar en Levent op drums. Ze werden vergezeld door Alberto Marsico uit Italië, één van de meest begaafde Hammond-orgelspelers van dit moment. Aangezien drummer Levent Özdemir ook een ervaren opnametechnicus is, kwam de beslissing om de shows op te nemen instinctief. Bij het eigen werk van Rawls, springen, wat mij betreft, het funky 'Country Boy' en publiekslieveling 'Can I Get It' er bovenuit, wat eigenlijk niks wil zeggen, want hier wordt de hele tijd op een ontzettend hoog niveau gemusiceerd en gezongen. Dat merk je ook aan de mate waarin het publiek dat bij de opname aanwezig was, meegevoerd wordt. Dit is zo'n 'game, set & match' -concert, waarbij de muzikanten zich blijkbaar maar een ding tot doel stellen: op het podium komen, het publiek inpakken en weer wegwezen. Johnny Rawls en The Özdemirs hebben dan ook alles in huis om in die opdracht met verve te slagen: pakken podiumervaring, tonnen muzikaliteit, een vlekkeloze smaak inzake het kiezen van covers en vooral...die stem van Rawls, dat is puur magie. Of je nu een soul-bluesliefhebber bent of niet, ik ben zo vrij mij in te beelden dat iedereen met oren aan zijn kop moet plat gaan voor een plaat van dit niveau. Het zal niet verrassend zijn dat de soulmuziek de voornaamste stijl op dit album is. Soul in een zogenaamde 'mellow' stijl waarin Johnny’s soulvolle, enigszins hese en licht rauwe stem nog steeds prima klinkt. Bij vorige gelegenheden, concerten waarbij ikzelf aanwezig was kreeg hij de hulp van een andere ondersteunende begeleiding, maar voor deze tour zijn het The Özdemirs en ik kan niet anders dan zeggen dat dit een bevestiging is van de plaats waar ze volgens mij het best in thuishoren. De indrukwekkende begeleidingsband met de ongelooflijke zang van Johnny Rawls zelf, samen met het subtiele Hammond spel, hebben dit album zo fantastisch gemaakt en Rawls zeker een zinvolle en kwalitatieve toekomst bezorgd. Geen idee of ze deze zomer onze contreien aandoen, maar als dat het geval mocht zijn, dan is er niet één excuus te bedenken om daar niet naartoe te gaan. Absoluut aanrader!
|
||||||||
|
||||||||